In de onverdrotenheid van de zee zelf, gaat het Centrum Beeldende Kunst Zeeland voort met de uitgave van de zogeheten Slibdeeltjes, waarin werk van schrijvers en beeldende kunstenaars die over eb of vloed, en over de zee in het bijzonder, berichten.
Op uitnodiging van het Zeeuwse centrum verbleef Miek Zwamborn -schrijfster, beeldend kunstenaar en sluiswachter te IJmuiden – enkele maanden in het Vlissingse kunstenaar scentrum De Willem3. Eerder berichtte Zwamborn met haar logboek ‚Oploper‚ over haar maandenlange reis samen met 200 mannelijke bemanningsleden op een werk-eiland dat van Angola naar de Golf van Mexico moest worden versleept.
Tijdens haar verblijf in Vlissingen ging zij op zoek naar zeemanstaal die met het verdwijnen van wind-schepen eveneens teloorging. Ze raadpleegde maritieme archieven en musea, scheepsmodellen, logboeken, equipagelijsten en monsterrollen teneinde tenminste een glimp van vergane zeevaarttaal te achterhalen.
„Met ‚Het krieken van sepia‚ komen verdronken woorden bovendrijven, en staat een doornatte taal uit te lekken op de kade“, zoals de uitgeverij wervend weet.
Zo is het maar net. ‚t Anker is eerder gekelderd dan gelicht, zoals een even trefzeker als befaamd Zeeuws gezegde luidt:
„een gesmoorde wind van heb ik
jou daar
we snakken naar zoveel zee in die tijd
monsteren aan (eindelijk)
klieven met zeven knopen (oost)
wapperen zeng
terwijl hoven ons
alle lappen erop
we pronken aan boord
vangen zon
luwen tot niets.“
Miek Zwamborn laat onderwaterraadselen de ene keer als met een cameraoog oplichten:
„aan lij wordt een deel van het overloop-dek opgehesen, ligt het wrakhout al opgestapeld, trekt een waas over de lak, het doodskleed hangt wit aan een knaapje.“
Elders moet haar nautische opsomming, geschouderd als een dijkverzwaring en tevens ook zwierig-meanderend, voor zichzelf spreken:
„de houte evenaar de vaatjes zwartsel de vierkante stengen voor de loos het kluwenswerk de bossen marling geteerd de hangers onder de ra de bladen wagenschot de einden prophout de hand dieplooden het karpuis de kolderstok voor de loos het kwadrant het schiemansgaren (-) de fokkerak de kaapravens de disselstelen de wetstenen de bosse biezen de 6 rozen met agate doppen.“
Arend Evenhuis – Trouw – 31-01-2009