Dubbele ruimte
voor Ton Zwerver
In een huis zijn het meubels die licht weerkaatsen
de kamers delen de taken uit en stapelen
torens van stoelen sluiten aan op het plafond
alsof de stoelen de volgende verdieping dragen
het is de afwezigheid van een onverwachte beweging
die de ruimte vult en splijt, een tijdelijke muur deelt
de kamer in tweeën onder het toeziend oog
wordt de bewoner overmand door wie weet wat
hij lijkt daar op zijn gemak te staan en het beeld loopt vast.
*
schiet hij tekort? een schrikbeeld van afwezigheid
een verwijzing naar ontmoeting tussen beide komend
de inhoud van het huis geschud in deze waarachtige kamer
raakt het huis los tussen doorzichtig geworden verhalen
*
later aan tafel tikken vorken in de maat.
Van de maaltijd kantelt de blik
achter de bank waar de zoon zelf vader
de vader speelt zo groot, reiken planten tot zijn middel
een wolk spat uiteen in de kamer, hij zweeft
hoog staat het kind opgesteld
tussen zon en maan, twee stelsels
op de rand van de kleine tafel
*
ook het balkon, een buitenstaander
onthoudt als geen ander de hoeken
buitenmuren
bewaken wat van buiten naar binnen gericht
een ervoor geschoven nachtkastje
waarop de ingespannen man
vermoedelijk al dagen zijn eigen gezicht
bevraagt