menu

Verlangen naar weerzien

Een vrouw trekt met een mede-bergliefhebber van berggebied naar berggebied. Hebben ze een relatie? Nee. Wat hen verbindt is de liefde voor berglandschappen. Dan verdwijnt Jens en de vrouw probeert hem op te sporen. Ze reist de landschappen na waar ze eerder waren, brengt haar dagen daar door in peilloze melancholie, ze mist Jens. Om haar verdriet te bezweren gaat ze de gangen na van een oude en vergeten Zwitserse bergwetenschapper, Albert Heim (1849-1937). Ze bezoekt berghutten waar hij was, laat zich in musea over hem voorlichten en bestudeert de bergkaarten die hij ooit ontwierp. Kun je met deze basisgegevens een mooie roman schrijven?

Miek Zwamborn bewees het. Ik las het allemaal ademloos, leefde mee met deze vrouw, genoot van haar jeugdherinneringen, moest af en toe grinniken om de verbluffende en geestige details, werd meegesleept door de landschappen, huiverde af en toe over indringend beschreven toestanden op of langs bergwanden.

Deze fraaie, gedreven en bezwerende roman is zowel zoektocht als ode, als herinnerings­model. Eerste zin: ‘Drie jaar geleden reisde ik per trein naar de Glarner Alpen.’ Ik was direct verloren. Waar liggen de Glarner Alpen? Geen idee. Verder lezen dus. Wie is die ik? Verder lezen. Vanuit de trein ziet ze de Alpen-pieken Piz Russein, Glarner Tödi en Sandgipfel (alleen deze namen al) liggen: ‘Jens en ik zouden ze alle drie beklimmen.’ Wie is Jens?

Dit is een roman over verlangen naar weerzien en naar isolement. En wat is die Heim een interessante figuur. Nooit van gehoord, nooit van wie of wat dan ook gehoord in deze roman. Op reis met Miek Zwamborn, langs weidse velden, beekjes, rotspartijen, musea en weelderige tuinen. Op zoek naar Jens. Waarom heb ik dit boek gemist toen het in 2013 uitkwam? Mooiste zin: ‘Neem me mee op bivak.’

55.Felsen am Untergabelhorn